leidenteachersblog

Hoera, een toets! Toetszaal, foto Marc de Haan

Hoera, een toets!

Toetsen vormen een vast onderdeel van opleidingen. De meeste studenten worden er niet direct enthousiast van, en zien juist deze eerder als een horde waar overheen gesprongen moet worden om studiepunten te behalen. Alexandra Langers laat je zien dat toetsen toch ook meerdere positieve kanten kennen.

Bij een toets denk je al gauw aan een verplicht tentamen dat je vooral moet halen, anders moet je het nog een keer doen. De meeste tentamens, vroeger afgenomen op papier in grote toetszalen, tegenwoordig vaak digitaal via de computer (ook in toetszalen), hebben als doel te meten of er voldoende kennis is opgedaan over het onderwerp dat aan bod is gekomen in een onderwijsperiode. Is dat het geval, dan scoor je een voldoende en heb je je studiepunten binnen.

Figuur 1 Figuur 1
Vergeetcurve van Ebbinghaus

Vervolgens begint de vergeetcurve, beschreven door de Duitse psycholoog Hermann Ebbinghaus (1850 – 1909), en na een tijdje ben je een deel van wat je geleerd hebt alweer kwijt. Tentamens zoals hierboven beschreven vallen onder de summatieve toetsen – ze tellen mee voor het krijgen van een cijfer en/of studiepunten – en het voornaamste doel is wat we tegenwoordig met de Engelse term assessment of learning aanduiden: toetsen wat er geleerd is.

Formatief toetsen

Dit is echter niet het enige mogelijke doel van een toets. Je kunt een toets ook zien als iets om ván te leren. Van oudsher onderscheiden we summatieve en formatieve toetsen. Een formatieve toets is een toets die niet direct punten oplevert, maar die informatie geeft over waar je staat qua kennis, welke onderdelen al goed worden beheerst en op welke onderdelen nog wat extra studie geen kwaad kan. Je leert als student door zo’n toets te maken, zeker als je kijkt naar de feedback die wordt gegeven op de toets, en deze gebruikt om verder te studeren. Voorbeelden van dergelijke formatieve toetsen zijn diagnostische toetsen en proeftoetsen. In dit geval is er sprake van assessment for learning, je gebruikt de toets om je leerproces te sturen. Het mooie is, ook docenten kunnen diagnostische toetsen gebruiken om het leerproces te verbeteren. Nieuwe kennis beklijft het beste als het aansluit bij de reeds aanwezige kennis. Het telkens herhalen van kennis die al aanwezig is, draagt mogelijk enigszins bij aan het beklijven van deze kennis, maar is niet de meest effectieve manier van leren (waarover later meer). Daarom is het voor een docent belangrijk om te weten wat het niveau van de studenten is, welke kennis er al aanwezig is en hoe de studenten deze kunnen toepassen. Door het gebruik van toetsen, denk bijvoorbeeld aan een korte quiz aan het begin van een werkgroep, kun je erachter komen wat de studenten al weten en waar er nog onduidelijkheden zijn. Door hierop aan te haken kun je het onderwijsmoment zo efficiënt mogelijk inrichten. Het vraagt flexibiliteit van de docent en de bereidheid om het programma aan te passen op de behoefte van de studenten, maar zal uiteindelijk meer rendement opleveren. En natuurlijk meer plezier bij de docent. Niets is zo vervelend voor een docent als opdrachten doornemen met een verveelde groep studenten die eigenlijk niks nieuws hoort, of vragen stellen aan studenten die je glazig aankijken omdat ze geen idee hebben waar je het over hebt.

Het belang van feedback

Soms heeft een toets zowel een summatieve als een formatieve component. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de landelijke voortgangstoets in de geneeskunde opleiding. Deze landelijke toets wordt viermaal per jaar afgenomen in zowel de bachelor als in de (3-jarige) master geneeskunde. De toets test met name begrip, kennis en het kunnen toepassen van kennis. De onderwerpen bestrijken de hele geneeskunde en zijn onderverdeeld in verschillende disciplines en categorieën. In totaal zijn er 24 toetsen; elke toetsafname wordt aangeduid met een meetmoment. Je score als student wordt vergeleken met die van je peers die op hetzelfde meetmoment zitten. Per meetmoment wordt een onvoldoende-voldoende grens en een voldoende-goed grens bepaald. Naarmate je opschuift richting de hogere meetmomenten, schuiven deze grenzen mee op. Met andere woorden: hoe verder in je studie, hoe meer er van je verwacht wordt. Je hoeft niet voor elke individuele voortgangstoets een voldoende te halen; wel worden er aan het eind van het jaar studiepunten toegekend als je hebt laten zien dat je het niveau hebt behaald dat hoort bij het meetmoment waarin je dan zit. Maar belangrijk is ook: als student krijg je feedback over hoe je de toets gemaakt hebt. Als student kun je inloggen in een feedback-systeem, het ProF systeem (ProF = Progress test Feedback). Hier kun je per discipline en categorie zien hoe goed je hebt gescoord ten opzichte van je jaargenoten (zie de afbeelding hieronder) en je kunt je eigen resultaten monitoren in de loop van de tijd. Deze informatie kan je helpen je verdere leerproces te sturen.

Figuur 2 Figuur 2
Resultaten voortgangstoets van een individuele geneeskundestudent, weergegeven als momentaan resultaat per categorie. De groene bolletjes geven de score van de individuele student weer. De rode vlakken geven het scorebereik weer van de studenten uit de referentiegroep die relatief laag scoorden (5e-15e percentiel); de gele vlakken geven het scorebereik weer van de hoog scorende studenten (70e-95e percentiel) uit de referentiegroep. De witte streepjes betreffen de score van het 50e percentiel van de referentiegroep. De referentiegroep bestaat uit studenten die op hetzelfde meetmoment zitten. Screenshot uit het ProF systeem.

Naast assessment of learning en assessment for learning wordt er tegenwoordig ook wel gesproken van assessment as learning. Hierbij verschaffen de ‘toetsmomenten’ niet alleen feedback over wat er geleerd is of nog geleerd moet worden, maar ook over het leerproces zelf (Dochy 2018). Door na te denken over wat je al weet, en je vervolgens nieuwe doelen te stellen, neem je als student de verantwoordelijkheid over je eigen leerproces. Hierbij kun je onder andere gebruik maken van self-assessment, zelfreflectie en feedback van peers om je eigen leerproces te monitoren en bij te sturen. Vragen die je je in dit kader kunt stellen zijn bijvoorbeeld: “wat weet ik al over dit onderwerp”, “wat heb ik nodig om mij verder te ontwikkelen” en “welke doelen stel ik mijzelf daarbij”. Tijdens je studie vindt het leren plaats binnen bepaalde kaders, er wordt richting gegeven aan wat je moet leren. Na je opleiding zul je zelf veel meer zelf in de lead zijn en moeten bedenken wat je precies moet leren, en hoe je kunt zorgen dat je up-to-date date blijft. Je kent vast wel de termen ‘Leven lang leren’ en ‘Leven lang ontwikkelen’, die hier betrekking op hebben. Door actief een rol te nemen in je eigen leerproces, ben je beter voorbereid op het leven na de afronding van de studie. Het leren en ontwikkelen stopt immers niet na het behalen van een bachelor- of masterdiploma, maar gaat het leven lang door.

De positieve kant van toetsen

Even terug naar de vergeetcurve van Ebbinghaus. Eén van de dingen die Ebbinghaus ontdekte, is dat kennis vrij snel weer vergeten wordt nadat hij aangeleerd is. Maar hij ontdekte ook dat er manieren zijn om te zorgen dat kennis langer beklijft. Eén van de manieren om te zorgen dat kennis beter aanwezig en toegankelijk blijft is het actief terughalen van deze kennis uit het geheugen en hem opnieuw toepassen. Dit wordt ook wel retrieval practice genoemd. Als student kun je deze techniek toepassen bij het studeren, bijvoorbeeld door proeftoetsen of zelfstudie-opdrachten te maken. Maar ook als docent kun je er gebruik van maken, door regelmatig terug te komen op eerder opgedane kennis. Eén van de manieren om dat te doen is door gebruik te maken van toetsvragen of een quiz. Een andere benaming voor retrieval practice is het testing effect. Hoewel dit effect al langer bekend was, waren Roediger en Karpicke in 2006 de eersten die dit effect onderzochten in een cohort van bachelorstudenten (Roediger 2006). Ze vergeleken hierbij de retentie van kennis, gemeten door middel van een korte toets, tussen studenten die een bepaald onderwerp telkens opnieuw hadden bestudeerd hadden met studenten die tussentijds toetsen hadden gemaakt over het onderwerp. En wat bleek: de lange termijn kennisretentie bij studenten die de herhaaldelijke toetsen hadden gemaakt was significant hoger dan in de groep studenten die evenveel tijd hadden besteed aan het telkens herhalen van de stof, maar geen toetsen hadden gemaakt. Een meta-analyse van recentere datum bevestigde deze bevindingen (Adesope 2017).

Kortom, er zijn genoeg redenen om blij te worden van toetsen. Zolang ze op een effectieve manier worden toegepast, bieden ze mogelijkheden het leerproces te optimaliseren, beter aan te sluiten bij de leerbehoefte van studenten èn lange termijn retentie van kennis te bevorderen.

Verder Lezen

1. Wibran Dochy, Filip Dochy en Margo Janssens 2018 Assessment as Learning (AaL) - Bouwsteen van High Impact Learning that Lasts (HILL)

2. Roediger HL, Karpicke JD. Test-enhanced learning: taking memory tests improves long-term retention. Psychol Sci 2006 Mar;17(3):249-55

3. Adesope OO, Trevisan DA, Sundararajan N. Rethinking the Use of Tests: A Meta-Analysis of Practice Testing. Review of Educational Research. 2017;87(3):659-701

4. Using assessment to support student learning. Graham Gibbs, Leeds Metropolitan University

https://eur03.safelinks.protec...

© Alexandra Langers and Leiden Teachers Blog, 2022. Unauthorised use and/or duplication of this material without express and written permission from this site’s author and/or owner is strictly prohibited. Excerpts and links may be used, provided that full and clear credit is given to Alexandra Langers and Leiden Teachers Blog with appropriate and specific direction to the original content.

Related